Koning Willem-Alexander heeft vrijdag aan drie kunstenaars de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2019 uitgereikt. De jonge kunstenaars ontvingen 9000 euro. Na de uitreiking in het Koninklijk Paleis Amsterdam opende de koning de tentoonstelling met de kunstwerken van de winnaars.
Er waren vijftien kanshebbers. De jury van deze aanmoedigingsprijs benoemde tot winnaar Leo Arnold, Cian-Yu Bai en Machteld Rullens. "Arnolds doeken zijn grappig en pijnlijk tegelijk. Terwijl veel schilderkunst vooral prettig is om naar te kijken, strijkt zijn 'badsex-painting’, zoals hij het zelf noemt, tegen de haren in", zo staat te lezen in het juryrapport. Cian-Yu Bai "volgt het ritme van de verf en laat alle dingen samenvloeien". De beschilderde kartonnen dozen van Machteld Rullens "creëren een schilderkunstige ruimte met een psychologische laag".
De tentoonstelling is geopend voor publiek van 12 oktober tot en met 17 november. Het Paleis is gedurende de tentoonstelling geopend van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 17.00 uur. In de herfstvakantie is het museum ook op maandag geopend.
Lees verder onder de foto's.
De Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst introduceerde Koning Willem III in 1871 als koninklijke subsidie voor de schilderkunst. Na hem hebben koningin Emma, koningin Wilhelmina, koningin Juliana, koningin Beatrix en nu dus koning Willem-Alexander deze aanmoedigingsprijs ontwikkeld tot een traditie van koninklijke aandacht voor de schilderkunst.
Bron: ANP