Koninklijke allure in de Eregalerij
Vanaf morgen is er een belangrijk item uit de Oranjecollectie te zien in de eregalerij van het Amsterdamse Rijksmuseum: een gouden beker uit 1610. Hij wordt beschouwd als een van de topstukken uit de koninklijke collectie.
De beker is in 1610 gemaakt door edelsmid Paulus van Vianen (1570-1613). Het museum kreeg het werk vorig jaar in langdurig bruikleen.
In de stadhouderlijke schatkamer
Tot 1881 was de beker in bezit van de Oranjes. Van Vianen maakte het kostbare werk in opdracht van een hertog aan het Praagse Keizerlijk Hof. Die gaf de bokaal vervolgens in 1623 aan zijn oudste dochter, die getrouwd was met de stadhouder van Friesland en Drenthe: Ernst-Casimir van Nassau-Dietz. Daarmee belandde de beker in de stadhouderlijke kunstkamer in Leeuwarden. In 1711 kreeg hij een plek in de Haagse stadhouderlijke schatkamer.
Na het huwelijk van Wilhelm Fürst zu Wied en Marie van Oranje-Nassau kwam de beker terecht bij de familie Von Wied in Duitsland. Sindsdien is hij in deze familie gebleven. Vorig jaar werd het stuk via een particulier in langdurig bruikleen gegeven aan het Amsterdamse museum.
Bron: Rijksmuseum, Amsterdam / ANP