Eerste Prinsjesdag zonder Gouden Koets
Voor het eerst in lange tijd rijdt dinsdag niet de Gouden Koets van Paleis Noordeinde naar het Binnenhof, maar de veel oudere Glazen Koets. De Gouden Koets wordt momenteel gerestaureerd en kan naar schatting vier jaar niet worden gebruikt.
De Gouden en Glazen Koets zijn formeel gelijkwaardige staatsieberlines. De Glazen Koets is de trots van de Koninklijke Stallen. Het is het oudste rijtuig in de collectie, in 1826 gemaakt voor koning Willem I en vanaf 1840 in gebruik op Prinsjesdag. De koets is opvallend groot en heeft een donkerblauwe kast, die is afgezet met een vergulde lijst van laurier- en eikenbladeren. De kwetsbare ornamentenrand onder de ramen wordt beschermd door glas, vandaar de naam.
Koningin Wilhelmina kreeg de Gouden Koets bij haar inhuldiging in 1898 en gebruikte die altijd op Prinsjesdag. De Glazen Koets werd sindsdien nog wel van stal gehaald bij officiële gelegenheden. Zo was het rijtuig te zien bij het huwelijk van prinses Juliana met prins Bernhard en toen prinses Beatrix met prins Claus trouwde.
Het gebruik van zowel de Gouden als de Glazen Koets is omgeven met protocollaire regels. Alleen een koning of koninklijke prins mag in een koets met rondom glas zitten. Als de koning er zelf in plaatsneemt, worden acht paarden ingespannen, in alle andere gevallen 'maar' zes. Nodig is dat niet; bij oefenritten volstaan twee paarden. Naast de koets lopen vier lakeien, die het portier openen en sluiten en een trapje uitklappen.
Gala-glasberline
De Glazen Koets wordt vaak verward met het rijtuig dat prins Constantijn en prinses Laurentien gebruiken, maar dat is een eenvoudiger gala-glasberline.
Bron: ANP