Twee Oranjeprinsessen en de macht van de achterkamers
Koningin Máxima en prinses Beatrix: Oranjevrouwen die zich vaak op de voorgrond van het maatschappelijke toneel laten zien, maar zich nooit uitspreken over de politiek. Dat gebeurt ongetwijfeld achter de schermen. Dat was niet anders voor Amalia van Solms en Anna van Hannover, twee markante Oranjeprinsessen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Hun brieven geven ons een kijkje in de achterkamers van de Nederlandse politiek.
De dames hadden een aantal dingen gemeen. Beiden waren echtgenote van stadhouders van Oranje én moeder van een Oranjeprins. Toch waren zij zo veel meer dan alleen echtgenotes en moeders. De dames speelden een grote rol in het nationale én internationale politieke leven van de Nederlandse Republiek, onder andere door het schrijven van brieven!
Amalia van Solms: Moeder des vaderlands
Toen Amalia van Solms (1602-1675) dit schilderij in 1654 liet maken was haar geliefde stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647) al enkele jaren overleden. Als eerbetoon aan de liefde voor haar echtgenoot én de familie van Oranje gaf zij de bekende schilder Govert Flinck (1615-1660) de opdracht een allegorische voorstelling te schilderen.
Op de voorgrond zien we Amalia zelf, gekleed in een zwarte rouwjurk, met op de achtergrond de gelauwerde Frederik Hendrik. Hij maakt deel uit van een marmeren monument dat sterk doet denken aan het grafmonument van stamvader Willem van Oranje (1533-1584).
Naast de historische personages zien we ook een aantal andere figuren. De dame met de helm staat symbool voor wijsheid. De dame met het anker en het oranjetakje staat voor hoop. Het was de hoop die Amalia had voor het Huis van Oranje. Niet lang na de dood van haar zoon, Willem II, was de Republiek het eerste stadhouderloze tijdperk ingegaan.
Lees verder onder de afbeelding.
Op het moment dat dit schilderij werd gemaakt, in 1654, was Amalia’s kleinzoon Willem III (1650-1702) nog maar vier jaar oud, en dus veel te jong om het ambt van stadhouder op zich te nemen. Toch gloorde er hoop aan de horizon, althans in de dromen van Amalia: ooit zou haar nageslacht opnieuw aan het hoofd van de Republiek staan.
Haar hoop werd werkelijkheid. Nog geen twintig jaar nadat Flinck de laatste hand aan het schilderij had gelegd, trad Willem III aan als stadhouder van de Republiek.
Breed netwerk
Van de brieven die Amalia gedurende haar leven schreef, zijn zo'n 1200 brieven bewaard gebleven. Deze brieven geven een inkijk in het netwerk van de prinses, en in de ontwerpen die zij de moeite waard vond. Zo correspondeerde zij veelvuldig met mannen als Constantijn Huygens en Johan de Witt. Ook schreef zij vaak politieke boodschappen aan haar familie, onder andere aan haar kleinzoon Hendrik Casimir (1657-1696).
Zo schreef zij haar kleinzoon in februari 1664 een brief waarin zij hem aanspoorde niet alleen goed naar zijn ouders te luisteren, maar ook veel kennis en 'heroïsche deugden' op te doen. Een half jaar na dato, overleedt Hendrik's vader en werd de jonge Hendrik Casimir benoemd tot nieuwe stadhouder van Friesland.
Lees verder onder de afbeelding.
Anna van Hannover: Eigenzinnige gouvernante
Hoewel Amalia van Solms nooit formele politieke macht bezat, en met name informeel opereerde via haar grote correspondentienetwerk, was dat anders voor een van haar achttiende-eeuwse opvolgsters.
Anna van Hannover (1709-1759) was geboren als dochter van George II van Groot-Brittannië (1683-1760). Haar politieke vorming begon al aan het Britse hof, waar haar grootvader, George I (1660-1727), erop toezag dat de prinses al vroeg de theorie van staatsvorming in de vingers had.
Het ontbrak haar dan ook niet aan de nodige politieke ambities. Eenmaal in de Republiek schreef zij uitgebreide opstellen over het staatsbestel van het land en tijdens het stadhouderschap van haar echtgenoot, prins Willem IV (1711-1751), mengde zij zich veel in zijn staatszaken.
Lees verder onder de afbeelding.
De prinses wist maar al te goed dat het belangrijk was om een groot netwerk van invloedrijke politici te onderhouden. Dit laatste zien we ook terug in de brieven die Willem IV ontving. Toen de prins in juli 1746 van een van zijn vertrouwelingen een brief kreeg, schreef Anna cynisch in de marge van de brief:
Deze brief komt van een kwast die men helaas te vriend moet houden
Gouvernante én vooghdesse
Anna was de eerste stadhoudersvrouw die ook formele politieke macht in handen kreeg. Op 22 oktober 1751, de dag dat haar echtgenoot overleed, werd Anna van Hannover door de Staten-Generaal benoemd tot ‘Gouvernante der Nederlanden en Vooghdesse’. Vanaf dat moment was aan haar de taak de Republiek als eminent hoofd voor te staan, en het stadhouderschap te beschermen tot het moment dat haar zoon Willem V (1748-1806) meerderjarig zou worden.
Lees verder onder de afbeeldingen.
Het was een hele invloedrijke titel, vooral omdat de titel van gouverneur tot dan toe enkel aan de stadhouders zelf had toebehoord en de regentessen voordien alleen de titel van voogdes voor hun zonen hadden ontvangen. Formeel bezat de prinses nu het recht om zelf, en niet alleen als representant, de regering waar te nemen.
En dat was precies wat ze deed. Ze woonde regelmatig vergaderingen bij van de Staten-Generaal, en bouwde een groot en vooral internationaal netwerk op om haar te helpen haar eigen politieke ideëen door te voeren. Van dit netwerk zijn vandaag de dag in de Koninklijke Verzamelingen nog ongeveer 2200 brieven overgeleverd.
Lees verder onder de afbeelding.
(On)eindige macht
Beide stadhoudersvrouwen waren invloedrijke personen, die in staat waren een grote stempel te drukken op de politieke ontwikkelingen in de Republiek. Niet door het houden van grote toespraken, of het deelnemen aan debatten. Maar door het schrijven van brieven en het bespelen van de achterkamers.
Toch was de macht van deze achterkamers niet oneindig. "Als de beslissing aan haar alleen zou zijn...", noteerde een van de vertrouwelingen van Anna van Hannover in zijn aantekeningen. De dames bleven, net als hun mannelijke collega's, afhankelijk van de mensen om hen heen.
Si la décision étoit a elle seule...
Nieuwsgierig geworden naar de stadhoudersvrouwen van Oranje? Neem hier zelf een kijkje in hun correspondentie!
Beeldmateriaal: Koninklijke Verzamelingen / Mauritshuis, Den Haag / Rijksmuseum, Amsterdam