Koningsmantel vaak versteld en verdraaid
De koningsmantel heeft in de aanloop naar de inhuldiging van koning Willem-Alexander al heel wat stof doen opwaaien. Figuurlijk dan.
Koningin Beatrix had eind januari amper aangekondigd dat ze van plan was op 30 april af te treden of de Partij van de Dieren liet minister-president Mark Rutte weten het gebruik van een mantel van hermelijnenbont 'niet passend' te vinden.
Rutte had zijn antwoord snel klaar: Het dragen van de mantel door de Koning is in overeenstemming met de hiervoor geldende voorschriften, de Flora en Faunawet en het historisch gebruik. Verplicht is het dragen ervan overigens niet en over de manier waarop het kledingstuk - eigenlijk een sierstuk - moet worden gedragen bestaan ook geen vaste regels.
De volgende vraag die werd opgeworpen was of de rood fluwelen koningsmantel wel echt was. In het boek 'Kleren voor de elite' deed de schrijfster Dieuwke Grijpma uit de doeken dat de mantel, op de gouden leeuwen en een deel van het hermelijn na, in 1948 bij de inhuldiging van koningin Juliana, in zijn geheel was vervangen. De in zijn ogen 'versleten fluwelen lap' had de jonge Zwitserse couturier Erwin Dolder vervangen door nieuwe stof. In de Zwitserse homoscene zou hij naar eigen zeggen nog jarenlang goede sier hebben gemaakt met het origineel.
Het verhaal deed al langer de ronde. De Rijksvoorlichtingsdienst sprak het kleurrijke verhaal meteen tegen.
Willem-Alexander draagt de inhuldigingsmantel die in 1815 al is gebruikt door koning Willem I bij zijn inhuldiging in Brussel. Alleen, zo werd eraan toegevoegd, er is in de afgelopen 200 jaar wel het een en ander aan de mantel versteld en vernaaid. "Door ouderdom en de noodzaak de mantel telkens aan te passen aan de lichaamsbouw en gewenste draagwijze van de mantel", licht de RVD toe. Zo werden de kanten van de mantel voor Juliana afgerond, hetgeen op de troon voor een mooi effect zorgde maar dat het dragen van de slippen wel bemoeilijkte.
Theresia Vreugdenhil-Werdler, de vaste kledingmaakster van koningin Beatrix, vertelde al eens dat ze in 1980 handenvol werk had aan het fatsoeneren van de mantel die 32 jaar lang in een loden kist had gelegen. Volgens Vreugdenhil in het boek 'Ontwerpers van Oranje' was de vraag hoe ze de mantel nog mooi kon krijgen. De meeste hoofdbrekens veroorzaakte het hermelijn. "Het fluweel had hier en daar afgegeven. Restaureren met nieuwe hermelijn ging niet want dat is wit en het hermelijn van de mantel was verkleurd."
Vreugdenhil maakte eerste gebruik van de pelerine (het bovenstuk) en verzamelde oud bont bij andere klanten om de mantel weer toonbaar te maken. Voor de pelerine werd nieuw hermelijn bont gebruikt. "Na de inhuldiging in 1980 is in de mantel geen bont meer verwerkt. Hiertoe bestaat evenmin enig voornemen", liet Rutte in februari aan de bezorgde Dierenpartij weten.
Bron: ANP