Prins Bernhard en zijn reis naar 'de West' – deel 1

In 1950, dit jaar 75 jaar geleden, maakt prins Bernhard een grote reis naar ‘de West’. Het is de eerste van de zogenaamde 'goodwill-reizen' van de prins om het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland onder de aandacht te brengen.
3 januari 1950 is een gure dag. Het miezert in Rotterdam, waar op de kade bij het Willemsplein een grote mensenmassa klaarstaat om de prins uit te zwaaien. Een gejuich gaat op als de prins, in gezelschap van koningin Juliana en de drie oudste prinsessen aan boord gaat van de Hr. Ms. Karel Doorman. Met dit schip zal prins Bernhard de overtocht maken naar Puerto Rico. Op het schip staat ook de Dakota, het vliegtuig dat de prins wil gebruiken om tijdens zijn reis de kortere afstanden te overbruggen.
Lees verder onder de foto.

Het is vijf jaar na de oorlog en Bernhard is populair. In de bezettingsjaren is hij voor velen uitgegroeid tot een held en die status heeft hij in 1950 nog steeds. Een paar dagen na zijn vertrek naar ‘de West’ dient de regering bij de Staten-Generaal twee voorstellen in om Bernhard regent en voogd te maken voor het geval Juliana overlijdt voordat Beatrix meerderjarig is. Het is een eer die prins Hendrik (de man van koningin Wilhelmina) niet kreeg. Hij mocht alleen voogd worden (en geen regent) van Juliana als Wilhelmina zou sterven voordat Juliana achttien jaar zou zijn.
Vertrouwen in prins Bernhard
Het toont aan dat het vertrouwen in Bernhard groot is. Ook op economisch gebied ziet de regering mogelijkheden voor de prins. Wie anders dan de prins kan de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland het beste behartigen? Want dat de Nederlandse economie een boost kan gebruiken is duidelijk. Nederland zit in de periode van de wederopbouw en nieuwe opdrachten voor het bedrijfsleven zijn belangrijk.
Lees verder onder de foto.

Een jaar geleden heeft Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië erkend. Onze belangrijkste kolonie zijn we definitief kwijt. Maar in de Cariben heeft Nederland nog wel grondgebied: Suriname en de Antillen. In de herfst van 1949 vraagt de regering aan Bernhard om deze gebieden te bezoeken. Bernhard suggereert dat hij op dezelfde reis ook andere landen kan bezoeken. Het gevolg is een vol programma en een reis die ruim twee maanden zal duren.
De eerste stop in 'de West'
De overtocht van Rotterdam naar Puerto Rico duurt twee weken en onderweg maakt het Polygoonjournaal opnames. Bernhard speelt hockey op het dek van de Karel Doorman, hij schrijft een brief aan het thuisfront en hij leert Spaans. Hij is overigens gefrustreerd dat bij de rest van de bemanning weinig animo is om zich in de Spaanse taal te verdiepen. Op 7 januari trakteert prins Bernhard 120 marine-officieren op een drankje om zijn trouwdag te vieren.
Lees verder onder de foto.

De haven van San Juan op Puerto Rico is de eerste stop in ‘de West’. Hier wordt de Dakota van prins Bernhard van boord getakeld, maar daar gaat wat mis. De Dakota wordt geraakt door een hijsbalk en raakt beschadigd. San Juan is alleen maar een tussenstop. De prins heeft een ontmoeting met de gouverneur van het eiland, maar al snel vaart de Karel Doorman weer verder.
Lees verder onder de foto.

Curaçao
De volgende halte is Curaçao. In Willemstad staat een grote mensenmassa de prins op te wachten. Twee dagen blijft de prins op het eiland. In een open Cadillac wordt hij naar een oliebedrijf gereden en vervolgens naar een nieuwbouwwijk, waar hij op het Margrietplein een boom plant ter gelegenheid van de verjaardag van zijn derde dochter. In een brief aan koningin Juliana klaagde Bernhard over het volle programma op Curaçao: "Gisteren non-stop van 08.45 (’s ochtends) tot 10.45 ’s avonds. Eerst Marinekamp doorlopen, verkleed, legerkamp doorlopen, vaandel uitgereikt, speeches, parade lunch, dan kinder-(wezen) gesticht, rondlopen, etc., dan dito voor slechte jongens, dan dito voor ouden van dagen, dan Leger des Heils zeemanshuis, en even verkleden, eten en dan ontvangst met handjes geven voor plusminus 1500 mensen, staande natuurlijk… Vanavond deputaties van God weet wie allen, ontvangst."
Lees verder onder de foto.

Een overvol programma
Dat het programma voor Bernhard te vol is om zijn aandacht erbij te houden, valt ook de meereizende diplomaat W. van Tets op. "Weliswaar luisterde die [prins Bernhard, red.] op de Antillen beleefd en minzaam naar de aubades, maar er ging geen warmte van hem uit, zoals bij Juliana wel het geval was. Daarnaast zijn zijn gedachten te veel vervuld van zwemmen, vissen, enz., hetgeen de bevolking vanzelfsprekend ook niet ontgaat." Na Curaçao volgen Aruba (waar de prins de schoolkinderen een vrije dag geeft) en Sint-Maarten, Saba, Sint-Eustatius en Bonaire. Op dat laatste eiland verblijft de prins één dag, die is gevuld met een inspectie van de erewacht, aubades, recepties, en bezoeken aan een ziekenhuis en het Gotomeer, waar hij uit de verte flamingo’s bekijkt.
Lees verder onder de foto.

Het Algemeen Handelsblad vat op 30 januari 1950 het bezoek van de prins aan de Antillen samen: "De prins was steeds onvermoeibaar, hoewel het programma soms overladen was. Dit bezoek zal in de annalen worden geboekstaafd als een zegetocht van de Prins, die door zijn ondernemende, sportieve en charmante persoonlijkheid aller harten won."
Lees verder onder de foto.

Te veel "officieel gedoe"
Op 30 januari komt de prins aan in Venezuela, Ook hier staan veel afspraken gepland, zoals ontvangsten, lunches, diners, een concours hippique, waar Bernhard de prijzen uitreikt en een bezoek aan Maracaibo, waar Shell olieboringen doet. In een brief aan Juliana klaagt Bernhard over "al het officiële gedoe en dan nog in een vreemde taal. Minstens 3000 handen geschud, Nederlandse gezant bleek totaal waardeloos (een prul en dagelijks dronken)."
De Venezolaanse militaire regering beschouwt Bernhard als ‘eregast van de staat’. Dat Bernhard een land bezoekt waar een junta aan de macht is en dat hij de drie junta-leden ontmoet, is in die jaren geen probleem. In zijn toespraak tot de junta benadrukt Bernhard dat er steeds meer handel is tussen Nederland en Venezuela en dat uitbreiding van de wederzijdse betrekkingen in het belang is van beide landen.
Op de laatste dag van zijn bezoek wordt prins Bernhard opgenomen in de Orde van de Bevrijder. Dat is opmerkelijk, want deze orde wordt alleen aan staatshoofden uitgereikt. De Bevrijder is natuurlijk Simón Bolivar, een Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder, die in 1783 in Venezuela werd geboren en een belangrijke rol speelde in de onafhankelijkheidsstrijd van verschillende Zuid-Amerikaanse landen. Een van Bernhards laatste handelingen is de opening van het Koningin Wilhelminaplein, het Plaza Reina Guillermina, in Maracaibo. Het plein bestaat nog steeds.
Deel 2
Aan het eind van zijn vierdaags bezoek aan Venezuela reist prins Bernhard via Curaçao door naar Suriname. Hij zit dan op de helft van zijn reis. Over zijn verdere avonturen in Zuid- en Noord-Amerika kunt u lezen in een volgend verhaal.

Tekst: Simone Lamain
Beeld: ANP / Nationaal Archief