Waarom prins Ernst August zijn bijnamen eer aandoet
De Duitse boulevardbladen kunnen weer weken vooruit. Prins Ernst August van Hannover, hertog van Brunswijk en Lüneburg, koninklijke prins van Groot-Brittannië en Ierland, heeft zijn andere, minder vorstelijke titels weer alle eer aangedaan. In Oostenrijk nog wel, waar hij tegenwoordig enigszins teruggetrokken woont.
Ernst August, hoofd van het voormalige koningshuis Hannover dat in 1714 het Britse koningshuis van nieuw bloed en een nieuwe koning voorzag, is beter bekend onder weinig vleiende bijnamen als 'Prügel-August' en 'Prügelprinz' ('prins met de losse handjes') en ook 'Prinz Pipi' ('plasprins'). Dit omdat hij meerdere malen zijn vuisten en paraplu gebruikte om een discussie te beslechten en omdat hij tegen het Turkse paviljoen op de Expo in Hannover had geplast.
Aan die opmerkelijke staat van dienst is een schermutseling met de Oosterijkse politie toegevoegd. De komende tijd zal moeten blijken wie nu wie heeft geslagen. Ernst August (66) vertelde aan de Oostenrijkse Kronen-Zeitung dat agenten hem hebben geslagen, in de boeien geslagen en de broek naar beneden gehaald, terwijl in de lezing van de politie de prins zijn handen liet wapperen en zelfs een mes zou hebben gepakt.