Navigatie overslaan
Uitgelichte afbeelding

Zorgde koning Willem III in 1863 écht voor de afschaffing van de slavernij in Suriname?

Historie

vandaag · 09:00| Leestijd:4 min

Update: vandaag · 09:00

Op 1 juli 1863 werd in Suriname de slavernij afgeschaft. Wel moesten de vrijgemaakten nog tien jaar doorwerken als loonarbeiders. Dus écht vrij? Dat waren ze pas in 1873. Koning Willem III werd in Suriname destijds gezien als dé persoon die zorgde voor de afschaffing van de slavernij, maar is dat wel correct?

"In 1863 werd de afkondiging gedaan door koning Willem III. En het ironische is dat de tot slaaf gemaakten het gevoel hadden dat de koning hen een gunst verleende, dat hij dat aan hen gegeven had. Omdat het was getekend door de koning", legt de Surinaamse historicus Xaviera Plet aan ons uit. De toenmalige gouverneur van Suriname, Van Lansberge, was fel tegen de slavernij en bedankte koning Willem III in het verre Nederland dat hij de tot slaaf gemaakten had bevrijd. Mede hierdoor ontstond het idee dat de koning hier echt verantwoordelijk voor was. Toen het wetsvoorstel was aangenomen zei hij op 8 oktober 1862: "Het heeft Zijne Majesteit Onzen geëerbiedigde Koning behaagd den dag te bepalen, waarop de slavernij in de kolonie Suriname voor altijd afgeschaft zal zijn. Op den 1ten Julij 1863 zijt gij vrij!".

Feestvreugde en koningsliederen

Met als gevolg een heel koningsgezind Suriname. "Ze droegen hem dus een warm hart toe, er werd in die periode ook veel over gezongen. Er heerste een feestvreugde", vertelt Plet. Men sprak over 'Willem de Goede' en er werden koningsliederen gezonden. "Ze geloofden daadwerkelijk dat de afschaffing van de slavernij een schenking was, een persoonlijke schenking, een gift van de koning. En dat hebben ze ook uitvoerig bezongen in verschillende liederen. En ja, dat leefde echt onder de mensen toen."

Xaviera Plet

Ze geloofden daadwerkelijk dat de afschaffing van de slavernij een schenking was, een persoonlijke schenking van de koning.

Echter is de rol van koning Willem III bij de afschaffing van de slavernij in Suriname minimaal, hij zette alleen een handtekening onder een wetsvoorstel van de regering. De koning had verder een disputabele reputatie. Hij werd zelfs koning Gorilla genoemd omdat hij woedeaanvallen had en staatszaken leken hem maar weinig te interesseren.

Lees verder onder de afbeelding.

Rol Nederlands koningshuis afschaffing slavernij

We duiken nog wat verder in de tijd. In 1814 had zijn voorganger, koning Willem I, al een stap richting de afschaffing van de slavernij gezet. Hij ondertekende dat jaar het verbod op de handel in slaven, onder druk van Groot-Brittannië. Maar de slavernij zelf bleef wel bestaan.

Tekst gaat hieronder verder.

In 1833 schafte Groot-Brittannië wel de slavernij af, in 1848 volgde Frankrijk. Hierdoor moest Nederland er ook aan geloven, want een deel van Sint Maarten was toen Frans grondgebied. Hierdoor werden de tot slaaf gemaakten op dat eiland al vrij gelaten. Vanaf dit moment begon de beweging tegen de slavernij in het koninkrijk te groeien. Er werden petities aan de koning aangeboden en er werd geld ingezameld om tot slaaf gemaakten vrij te kopen. Ook bij de regering groeide het besef dat de slavernij niet langer kon bestaan, maar het afschaffen ervan was makkelijker gezegd dan gedaan.

Lees verder onder de afbeelding.

Parlementaire lijdensweg

In 1849 kwam Willem III op de troon. Maar het lot van de tot slaaf gemaakten leek hem weinig te roeren. "Is Sire Boos, of ben ik beneden zijn toorn?", zo vroeg Multatuli zich af toen hij geen reactie kreeg op een exemplaar van zijn Max Havelaar dat hij had opgestuurd aan de koning. Maar de Nederlandse regering ging er wél mee verder. Sinds 1853 hield een speciale staatscommissie onder leiding van de voormalige minister Baud zich met deze kwestie bezig. Er volgden vijf wetsvoorstellen die allemaal werden afgeschoten. Pas in 1861 kwam er een wetsvoorstel die door het parlement werd goedgekeurd. Besloten werd dat de tot slaaf gemaakten maximaal nog tien jaar onder staatstoezicht zouden staan. Dit betekende dat zij arbeid moesten verrichten voor een laag loon.

Deze wet ondertekende koning Willem III op zijn vakantie op 8 augustus 1862. Eind september kwam het goede bericht aan in Paramaribo. Twee maanden later, op 8 oktober 1862, gaf gouverneur Van Lansberge die enthousiaste toespraak waarin hij de rol van koning Willem III wat aandikte. En deze boodschap was zó overtuigend, dat men het jaren later nog steeds heeft over de rol van de koning en niet over de parlementaire stappen die er internationaal en nationaal werden gezet om te zorgen voor de afschaffing van de slavernij.

Beeld: Nationaal Archief

Blauw Bloed - TV

Dit artikel hoort bij het programma

Blauw Bloed - TV

Blauw Bloed - TV

Meest gelezen

Lees ook