Hoe koningin Juliana het goede voorbeeld gaf met déze modetrend

"Geen enkele jurk, geen enkele rok is veilig voor de schaar van de coupeuse", zo zegt modekenner Josine Droogendijk over het vermaken van kleding aan het hof. Iets wat nog steeds veel gebeurt. Een van de grondleggers van deze beweging waren koningin Wilhelmina en koningin Juliana. "Stoffen waren lastig te verkrijgen in die tijd", zegt de modekenner. "Zeker in de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Dus er werd volop vermaakt."

Drie in één

Een bekend voorbeeld is, zo geeft Josine aan, de jurk van koningin Juliana op het huwelijk van prinses Beatrix. "Ze droeg daar zo'n mooie kanten jurk met daar overheen een fluwelen mantel."

Lees verder onder de foto.

"De jurk deed datzelfde jaar nog dienst op Prinsjesdag." Op Prinsjesdag 1966 draagt de koningin de jurk zonder de bijpassende blauwe mantel. De fluwelen mantel werd later wel heel creatief vermaakt. Want twee jaar na de eerste verschijning is de mantel vermaakt naar een jurk, die de koningin draagt op een andere Prinsjesdag. "Het vermaken gebeurt dus heel veel", duidt Josine. "Mede dankzij Paleis Het Loo weten we dat Juliana de mantel na het huwelijk liet vermaken tot een robe en het bont liet vervangen door kraaltjes op de kraag en manchetten", zo schrijft Josine op haar website.

Lees verder onder de foto's.

Donkergroene variatie

Ook voor het huwelijk van haar derde dochter, prinses Margriet, pakt koningin Juliana uit. Ze draagt op 10 januari 1967 een donkergroene jurk met bijpassende mantel van velours. Wederom hergebruikt koningin Juliana de jurk tijdens Prinjesdag in datzelfde jaar. Ook hier draagt de koningin alleen de jurk, haar mantel laat ze thuis.

Beeld: ANP / Nationaal archief